Showcase VI: de expositiereeks over kunst, groen en landschap keert begin 2024 terug in het Apeldoorns Centrum voor Eigentijdse Cultuur. Showcase VI: Windless is van zaterdag 24 februari 2024 t/m zondag 7 april 2024 te zien in het ACEC Café. Ook te zien in het Apeldoorns Centrum voor Eigentijdse Cultuur in deze periode: De aarde de zaden en Zinderende Zonnebloem.
Onder de naam Showcase presenteert ACEC sinds 2019 een jaarlijks terugkerende reeks tentoonstellingen over kunst, groen en landschap. In Windless, het zesde deel van de reeks, vertalen deelnemers op uitnodiging van kunstenaar Wilfried Nijhof hun ervaring van de natuur naar kunstobjecten. Showcase VI: Windless, van 24 februari t/m 7 april 2024 in het ACEC Café.
Op woensdag 13 maart vindt het Kantinegesprek plaats: een inspiratieavond voor landschapsarchitecten, hoveniers en wie interesse heeft in tuinen, kunst, landschap of ontwerp. Hier zal o.a. Showcase-kunstenaar Frank Bruggeman spreken over zijn werk.
Showcase VI: Windless
De titel Windless, geënt op een werk van Wilfried Nijhof, verwijst naar de menselijke ervaring van natuur. Nijhof: “Wat ik zo mooi vind aan het begrip ‘windless’, is dat het staat voor zowel rust en evenwicht als voor verpozing of onderbreking.”
Naast het werk van Nijhof staat, op zijn voordracht, het werk van nog vier andere kunstenaars: Marike Schuurman, Harmen Brethouwer, Frank Bruggeman en Veerle Thoben. Wat hen bindt is dat zij allen werk maken over het fenomeen ’natuur’, zonder deze af te beelden. Des te meer gaat hun kunst over de menselijke beleving van plek en landschap, als kortdurende momenten of eeuwigdurende fenomenen. De benaderingen zijn eindeloos.
Deelnemers
Zelf plaatst Wilfried Nijhof zijn werken ergens tussen toeval en regie, tussen zacht en hard, tussen meditatief en expressief. Hij werkt in verschillende technieken en wisselt deze veelvuldig af, zoekend naar variaties en iteraties. Exemplarisch voor het werk van Nijhof zijn de kleurige zeefdrukken, in serie gemaakt en die hij samen als installatie presenteert. De abstracte kleurvlakken roepen landschappelijke diepte (ruimte) en diepgang (zinnenprikkeling) op.
Marike Schuurman onderzoekt met fotografie de ambiguïteit van door de mens gemaakte ruimtes en landschappen. In de serie Toxic versmelten onderwerp en object in een onderzoek naar de giftige menselijke voetafdruk van bruinkoolwinning. Bruinkoolwinning leidt namelijk tot enorme kraters in het landschap. Deze kraters worden vervolgens vaak met water gevuld voor toeristische doeleinden. Echter duurt het zo’n twintig jaar totdat dit water een pH-waarde bereikt waarin leven kan plaatsvinden; tot die tijd is het te zuur. Door haar polaroids in dit onleefbare water te ontwikkelen, ontstaat een verscheidenheid aan kleuren en texturen.
(Tekst naar Julie Gaspard)
Het werk van Frank Bruggeman komt voort uit zijn fascinatie voor de plantaardige natuur. Wat is precies natuur en waar begint cultuur? De meningen hierover lopen vaak sterk uiteen. In zijn Nature Objects combineert de kunstenaar plantaardige materialen – levend dan wel dood – met materialen die verre van natuurlijk ogen. Zo ontstaat een precaire ordening en balans tussen de natuur, onderworpen aan menselijke heerszucht, en de natuurlijk als weerspanning, met een volstrekt eigen wil. In het ACEC Café, een tentoonstellingsruimte die gekenmerkt wordt door utilitaire rechtlijnigheid, wil Bruggeman juist die weerspannigheid een plaats gunnen. Met een grillig gevormd ‘natuurobject’ van takken en andere plantaardige materialen, aangevuld met artefacten die de kunstenaar vond in wegbermen en plantsoenen. Juist deze artefacten benadrukken de vergankelijkheid en schoonheid van de natuurlijke materialen.
Windless
Waar de wind juist het zonlicht zeer beweeglijk zichtbaar maakt tussen het gebladerte van een boom is het licht rustig en haast onbeweeglijk bij windstilte.
Veerle Thoben is gefascineerd door de spanning tussen het willen bewaren van een vluchtig natuurlijk fenomeen en de kunstmatigheid die daardoor ontstaat. Ze legt binnenvallend daglicht vast in fotografie en film en projecteert dit terug in de ruimte, alwaar de projectie zich vermengt met het aanwezige licht om vervolgens tot een op zichzelf staand beeld te komen. Thobens werk bevindt zich nadrukkelijk op meerdere plaatsen tegelijkertijd: tussen tijdelijk en permanent, tussen illusie en werkelijkheid. We ervaren een daadwerkelijk beeld van wat al is geweest en tegelijkertijd nooit plaats heeft gevonden.
(Tekst naar Eric Martijn)
De basisvorm voor al het ruimtelijk werk van Harmen Brethouwer is de kegel, welke hij net zo harmonisch wil laten klinken als de Westerse luidklok. Een lastige opgave: de vorm en klank van de klok zijn in de loop der eeuwen volledig met elkaar versmolten. De introductie van een totaal nieuwe vorm betekent dan ook dat deze relatie opnieuw moet worden uitgevonden. Met zijn Bell Bronzes heeft Brethouwer exact dit gedaan, door de kerkklok als visueel object en de kegel als muzikaal instrument te presenteren. De Bell Bronzes worden tot klinken gebracht met een handklepel, de toonsoort hangt af van het formaat ervan.
Meer weten over eerdere edities van Showcase in het Apeldoorns Centrum voor Eigentijdse Cultuur? Je leest er alles over bij Projecten.