Gertjan van der Stelt - Brancusi Twist (Marakesh), 2016

Gertjan van der Stelt – Niets gaat verloren, alles laat zijn sporen na

Datum
21 mei t/m 26 jun 2022
Locatie
ACEC Salon
Soort
Expo

ACEC toont van 21 mei t/m 26 juni de expositie Gertjan van der Stelt – Niets gaat verloren, alles laat zijn sporen na. Deze tentoonstelling eert de in 2021 plotseling overleden Gertjan van der Stelt vanwege zijn verdiensten voor de Nederlandse keramiek. De opening is op zondag 22 mei van 14.00u tot 16.00u. Hier zal tevens de aan hem gewijde publicatie worden gepresenteerd. Netty Vink (Galerie Montana, 2001-2011) zal de opening verrichten.

Gertjan van der Stelt

Als je de objecten van Gertjan van der Stelt bekijkt, lijken ze allemaal uitsneden uit een groter geheel. Als fragmenten van een steeds doorgaande verplaatsing die gestold is in de tijd. Dat is niet zo vreemd, want de suggestie van een oneindige beweging is het centrale uitgangspunt in zijn werk. Die beweging komt enerzijds voort uit de gedraaide vorm, maar is anderzijds gebaseerd op vormen uit de natuur (zoals de spiralende draaiing van schelpen en slakkenhuizen), de architectuur (zoals gewelven en draaitrappen), en de beeldende kunst.

Gertjan studeerde in 1990 af van aan de keramiekafdeling van Academie Minerva in Groningen als een van de studenten van de laatste lichting. De afdeling werd opgeheven. In zijn eindwerken was de hang naar de eenvoudige, perfecte vorm en de suggestie van beweging in essentie al aanwezig. Die uitgangspunten heeft hij nooit meer verlaten en ze hebben de uitstraling van zijn hele oeuvre bepaald. Tijdens zijn studie concentreerde Gertjan zich voornamelijk op gedraaide vormen, daartoe gestimuleerd door zijn docent Geert Lap (1951-2017).

Problemen met zijn rug dwongen Van der Stelt ertoe om in het jaar van afstuderen een andere techniek te gaan toepassen. Vanaf dat moment zou hij werken met platen klei. Deze voegt hij samen tot objecten die geen onder-, boven-, voor- en achterkant kennen. De kleur van zijn objecten bereikt hij door ingekleurde engobes – met een beetje fritte om de kleur te versterken – op het biscuitgestookte werk aan te brengen en vervolgens te stoken. Hij brengt een tweede laag aan, schuurt deze deels weer weg en stookt het werk opnieuw. Dit proces herhaalt zich totdat de keramist tevreden is. Omdat de onderste lagen vaker gestookt zijn dan de bovenste ontstaat de kleurnuance die het object diepte geeft.

Pollia Fragaria, 2002 (foto: Frits van Dijk)
Horn of Plenty, 2020 (foto: Frits van Dijk)

Abstracte objecten

De abstracte objecten van Van der Stelt zijn te herleiden tot geometrische vormen. Door losse elementen te snijden uit dunne platen klei en deze vervolgens samen te voegen, ontstaan ruimtelijke objecten. De gebogen vormen zijn afkomstig van een bolvormige mal en met kleislib aan elkaar bevestigd. Zo ontstaan uit eenvoudige, gebogen vlakken ogenschijnlijk complexe ruimtelijke vormen die monochroom gekleurd zijn en beweging suggereren. Tijdloos, natuurlijk, een gestolde beweging.

Hoewel zijn beeldtaal sterk is beïnvloed door de beeldende kunst, heeft Van der Stelt die taal ontdaan van dogma’s en er zijn eigen invulling aan gegeven. Een combinatie van gevoel en verstand: ”Niets gaat verloren, alles laat zijn sporen na. Golven die komen nemen het water weer op van de golven die gaan. De golven zie ik als metafoor voor de generaties. In elke generatie zijn sporen terug te vinden van de voorgaande en liggen de kiemen voor de komende. Ik ben nooit op zoek naar inspiratiebronnen. Ik gebruik wat me is bijgebleven uit de kunstgeschiedenis en de wereld om me heen. Wat me aansprak en boeide.” 

Series

De schelpenwereld en daarvan afgeleide vormen nemen naast de op werken uit de beeldende kunst en architectuur geïnspireerde vormen de belangrijkste plaats in het oeuvre van Gertjan van der Stelt in. Van identieke of bijna identieke vormen maakt hij reeksen. Zit in de afzonderlijke vormen al beweging of tegenbeweging, in een reeks komt daar een bewegingsdimensie bij waarbij kleur het effect versterkt. Een serie of reeks is nooit een afgerond geheel; Van der Stelt pakt vaak de draad van zo’n reeks na enkele jaren weer op, maar werkt deze op een andere manier uit. 

Beeldende kunst

Meer nog dan vormen uit de natuur is het werk van beeldend kunstenaars uit de geometrisch-abstracte richting van invloed geweest op de vormgeving van zijn werk. Die invloed is vaak niet direct zichtbaar. Het zijn vooral de mentaliteit en de vormentaal van die kunstenaars die hem aanspraken.

Jan Dibbets (1941) maakte in de jaren ‘80 fotocollages met de architectuur als uitgangspunt. Hij zette driedimensionale aspecten om naar de twee dimensies van de foto en rangschikte delen uit de architectuur in een cirkelvorm, zodanig dat in het midden een gat overbleef. Gertjan werkte op zijn beurt de tweedimensionale fotobeelden van Dibbets om naar driedimensionaal werk. Door de elementen op verschillende manieren te schakelen, ontstonden er steeds andere, monochroom gekleurde beelden zoals te zien is in de serie Octagon.

Brancusi twist

In de jaren 2015-2017 creëerde Gertjan van der Stelt volumes die aan elkaar gekoppeld worden of in elkaar schuiven. Hoewel de suggestie van beweging in deze objecten minder duidelijk of nauwelijks meer aanwezig is, blijft de dynamiek behouden. Eindigden alle lijnen van de diverse aan elkaar gemonteerde halfronde kleiplaten voorheen in de ruimte; nu lopen sommige lijnen van deze recente stukken eindeloos door in de objecten zelf. Uitgangspunt voor de nieuwe reeks zijn twee piramidevormen. Deze vormen schuift hij als het ware in elkaar, na ze eerst ten opzichte van elkaar een slag gedraaid te hebben.

Wanneer hij van een van de piramides de top weghaalt en de andere erin schuift, lijkt er een kubus te ontstaan in de gepenetreerde vorm. Wanneer hij beide piramides ontdoet van de top en samenvoegt ontstaan er interessante doorkijkjes. De vormen kunnen zowel liggend als staand worden geplaatst. In het laatste geval zie je duidelijk dat ze verwijzen naar de oneindige zuilen van Constantin Brancusi (1876-1957), waarin die rechthoekige volumes met gebogen lijnen gestapeld worden en eindeloos door lijken te gaan. Achteraf viel hem de overeenkomst op met het werk van Brancusi. Van der Stelt besloot daarom in de titels naar hem te verwijzen. De vormen uit deze serie, aangeduid met Brancusi twist, hebben meestal twee monochrome kleuren: zwart-grijs, blauw-wit, wit-geel of wit-oranje.

Exposities in het ACEC Gebouw

De expositie Gertjan van der Stelt – Niets gaat verloren, alles laat zijn sporen na is tussen 21 mei en 26 juni elke vrijdag, zaterdag en zondag te bezoeken tussen 12.00u en 17.00u in de Salon van het ACEC Gebouw.

Naast Niets gaat verloren zijn er in deze periode nog twee exposities te ervaren in het ACEC Gebouw. De vierde expositie van het residency-project Borrowed Spaces met Simone de Groot en in het ACEC Café Unearthly, met ruimtelijk werk van Maartje Korstanje.