De snelle ontwikkeling van kunstmatige intelligentie roept angst op. Zelfrijdende auto’s die hun eigen passagiers doden of slimme speakers die het huishouden overnemen. Het probleem met het beheersen van kunstmatige intelligentie ontstaat wanneer een slimme machine een opdracht krijgt. Niet omdat de machine niet goed werkt, maar omdat wij erg slecht kunnen omschrijven wat we precies willen. Zonder zoiets als een ‘gezond verstand’ kan een superslimme machine een simpele opdracht al snel mis interpreteren met catastrofale gevolgen. Hoe zorgen we ervoor dat deze machines gaan leren begrijpen wie wij zijn, wat onze menselijke normen en waarden zijn en daarmee gaan bijdragen aan een samenleving zoals wij die voor ogen hebben?