ACEC laat met deze tentoonstelling een presentatie zien van de jonge Tamme de Boer (’74) en oudgediende Peter Geerts (’57). De een autodidact en de ander klassiek gevormd op het Möller Instituut in Tilburg en later autonoom schilderen aan de Koninklijke academie voor Kunst & Vormgeving, Den Bosch.
Schilderij: Tamme de Boer
Een grotere tegenstelling tussen de werken van Tamme de Boer en van Peter Geerts kan er ogenschijnlijk niet zijn.
De snelle, urbane georganiseerde wanorde van de intuïtief werkende Tamme de Boer die grip wil krijgen op de snelheid en de vluchtigheid van het bestaan en de werkelijkheid van een veelheid van indrukken in geschilderde momentopnames probeert te vangen.
En de belezen Peter Geerts met een meer intellectuele benadering voor wie de onderlinge verbanden en kruisbestuivingen belangrijk zijn en wiens werk diep geworteld is in de kunsthistorie.
Maar wie even verder kijkt ziet op het tweede gezicht toch overeenkomsten in deze duo-tentoonstelling in het ACEC.
Beiden werken vanuit een eigen authenticiteit en beiden reageren vanuit een totaalvisie op de hedendaagse realiteit, waarbij het teruggeworpen zijn op zichzelf als individu in de wereld centraal staat. In beider werk is een kritiek op de vluchtigheid en vervlakking ten aanzien van
“het menselijke” in de samenleving te bespeuren. De overeenkomst in hun anarchistische houding ten opzichte van de consumptiemaatschappij met haar ondemocratische machtsverhoudingen is bij de een wellicht explicieter dan bij de ander, maar is desalniettemin ontegenzeggelijk. Zien we bij Tamme de Boer grote schilderijen met ME-ers, zo hangt er van Peter Geerts een vierluik met de titel White flames of sorrow , met de namen van de Srebrenica-slachtoffers. En zien we bij Geerts abstracte werken uit de serie Monologue Interieur, zo zouden we bij Tamme de Boer ook zeker kunnen spreken van een Monologue Interieur. De ene jongere schilder, met een stijl verwant aan de graffiti, de andere oudere in de abstracte traditie levert hierdoor een spannende duo-expositie op die twee “gezichten” laat zien van een overeenkomstige houding.
___________________________________________________
PETER GEERTS
Voor Peter Geerts, ’s-Hertogenbosch 1957, zijn politiek, filosofie, kunst en de maatschappij geen losstaande eendimensionale entiteiten zonder onderlinge relatie: ze zijn tezamen een onuitputtelijke bron voor zijn werk. De grote verbanden: de totaliteit van de beleving van de verschillende waarnemingsniveaus vormen zijn visie op de werkelijkheid.
De soms zoekende maar vaak ook trefzekere handeling op het doek is de weergave van dit (zelf-)onderzoek. Monumentale vlakken, het gevoelige schildersgebaar, harde lijnen, (contrasterend-)kleurgebruik, ruimtelijkheid en een vrij handschrift, vallen samen in afgewogen heldere composities.
Concentratie, afstand en zelfkritiek zijn voor Geerts belangrijke ingrediënten voor zijn beslissingen op het doek. Als het concept er eenmaal staat en het proces van kleur, vorm en compositie begonnen is vertelt het schilderij zelf het vervolg. Interventies waarin controle en trefzekere expressie met afstand van persoonlijke voorkeuren van enorm belang zijn, omdat dit vaak op verrassende wijze nieuwe vondsten voortbrengt. Vaak ook het concept voor het volgende schilderij. Geerts werkt vaak aan meerdere doeken tegelijk.
De synthese tussen het constructieve element en het intuïtieve gebaar is een belangrijk thema in zijn werk. De fundamentele abstracte schilderkunst leent zich hier het best voor omdat deze vrij van preoccupatie is. De vertaling van deze zoektocht naar een zuivere schilderkunst noemt Geerts ‘Synthetisch concretisme’ de synthese tussen het constructieve en expressieve element. Hieruit komen composities voort die visueel uitdagend, esthetisch schurend en evenwichtig zijn. Het met een subtiele elegante manier soms bijna provocerend doorbreken van de formele abstracte complexiteit levert ruimtelijke dynamische doeken op, die een dwingende natuur kunnen hebben en tegelijkertijd voldoende ruimte laten aan de beschouwer voor zijn eigen invulling. Door deze vrijheid te nemen heeft Geerts op een innovatieve manier wegen gevonden om traditionele wegen te doorbreken en heeft zijn werk zich geëvolueerd tot een eigentijdse abstracte schilderkunst.
Geerts’s maatschappelijke betrokkenheid kreeg voor het eerst alle ruimte in zijn grote nieuwe atelier met het project, ‘Lost Innocence’ waar Geerts ruim twee jaren (2006-2008) aan heeft gewerkt en is opgedragen aan de slachtoffers van Srebrenica. Het vierluik ‘White Flames of Sorrow’ 300×300 cm. uit deze serie is te zien op deze tentoonstelling. Het bestaat verder nog uit drie enorme drieluiken en een los doek van 130×130 cm. De drie drieluiken zijn respectievelijk 180×450 cm. , 170×310 cm. en 200×420 cm.
Geerts laat op de tentoonstelling van diverse grote en enkele kleine schilderijen zien uit de periode 2009 tot 2012 waarvan diverse werken uit de serie ‘Monologue interieur’ met ondermeer sleutelwerk uit de serie ‘Interieur Monologue II’. De ontwikkeling die Geerts de laatste jaren heeft doorgemaakt komt hier in naar voren.
Bij de solotentoonstelling in het Stedelijk Museum Zwolle (2006) is de uitgebreide kunstenaarsmonografie ‘Op zoek naar een synthetisch concretisme’ uitgegeven (100 kleuren foto’s, rastervrij gedrukt en handgebonden http://www.issuu.com/artistbook verkrijgbaar bij ACEC.
___________________________________________________
TAMME DE BOER
Het schilderwerk van Tamme de Boer is naar zijn eigen zeggen een
‘georganiseerde wanorde’.
Via zijn schilderijen wil hij de voortrazende ideeën in zijn hoofd vastleggen en
de snelheid en vluchtigheid van het bestaan vangen in momentopnames van
verf. Met name het contrast tussen stilstand en beweging of tussen controle
en improvisatie vindt hij interessant.
“In mijn werk leg ik vaak een sfeer van snelheid, dreiging of industriële
desolaatheid. Vooral nachtelijke beelden inspireren mij. Ik werk veelal
intuïtief. “
Tamme de Boer was exposant voor de Koninklijke prijs voor de vrije
schilderkunst in 2007. De Boer behoorde niet tot de winnaars, maar het
tentoongestelde doek werd wel aangekocht voor de koninklijke privécollectie.