Een ‘mol’ in de kunstgeschiedenis.
Ruim 20 jaar van mijn kunstenaarsbestaan bracht ik grotendeels ‘ondergronds’ door. Ruim 400 collega’s bood ik podium voor vaak hun eerste solo of groepspresentatie. Dit deed ik in Dalfsen, Zwolle en Kolderveen. Er werd wat af-geëxperimenteerd o.a. in die atoomschuilkelder, in renovatieflatgebouwen, in stads- en beeldenparken, tijdens ‘Kunstvlaai’-en, in een bedrijfshal en in de voormalige zuivelfabriek.
Waarom begon ik hieraan en waarom hield ik het zolang vol voordat ik de knoop twee jaar geleden doorhakte en besloot om de rest van mijn werkzame leven me weer voor de volle 100% te focussen op mijn eigen werk.
Dat waren vragen die het eerst bij mij opborrelden toen ik werd gevraagd om een plan te ontwikkelen voor ACEC-ONDERGRONDS.
Bij deze het antwoord getoond in mijn installatie ‘MERCY MARCEL…’.
In 1993 vertrok ik met vrouw en toen 8maanden jonge dochter vanuit Utrecht naar Zwolle de stad waar mijn vrouw een baan kreeg die zij niet kon weigeren en die zij nog steeds heeft. Zwolle de stad waar ik de eerste 18 jaar van mijn leven opgroeide, Zwolle dat ik op mijn 15de al wilde verruilen voor de Randstad en waar ik alleen nog maar terug had willen komen om mijn familie te bezoeken.
Dus toen de kogel door de kerk was dat we toch naar Zwolle zouden verhuizen besloot ik om met al mijn galeriecontacten in binnen- en buitenland te kappen en zelf een kunstinitiatief te starten waardoor ik de Randstad mee zou nemen naar de Provincie en ik geen Zwolse kunstenaar zou worden. Door dit besluit bleef ik in contact met de voorhoede van de hedendaagse kunst.
Als autodidact in de kunst beschouw ik mijn hele leven als mijn academietijd.
Ik programmeerde niet op herkenning en zelfbevestiging maar op nieuws- en leergierigheid. Mijn eigen ontwikkeling als maker werd sterk beïnvloed door al die kunstprojecten die ik van nabij zag ontstaan. Mijn werk werd daardoor steeds conceptueler, idee- én seriematiger.
Ooit als drama-docent opgeleid heb ik tot op de dag van vandaag een grote affiniteit behouden met spontaniteit en improvisatie. Snel reageer ik met associatieve, poëtische beeldende invallen op hetgeen dagelijks op mijn pad komt. Het houdt mij op prettige wijze in het hier en nu en behoedt mij voor zwartgalligheid en dwingend cultuurpessimisme.
Bij al mijn werk heb ik een verhaal, dat ik graag voor mezelf houd, om de blik van de beschouwers niet al teveel te sturen maar ook om niet in de val lopen van de dodelijke kunsthistorische rationele analyse.
De meeste materialen die ik heb gebruikt bij het vervaardigen van de werken in deze presentatie (op de video ‘Longing for the beach” na) , zijn gedurende de laatste 18 maanden, allemaal door mij ‘gejut’ uit containers en op straat gevonden, tussen mijn woonhuis en mijn atelier, gelegen op een afstand van 300 meter van elkaar.
Toen ik in onze straat een afgedankte wc-pot aantrof ontstond het idee om Marcel Duchamp en alle andere innovatieve kunstenaars uit de geschiedenis te bedanken met deze speelse ONDERGRONDSe installatie, voor de wegen die zij vrij hebben gemaakt, voor al de kunstenaars die nu op intelligente wijze durven te blijven experimenteren.
Pim Trooster, Zwolle 08-07-2019