INSLAG | Textiel in de hoofdrol
Van 20 mei t/m 25 juni 2023 exposeren Arjan van Arendonk, Frans Beerens, Janpeter Muilwijk en Peter ten Lohuis in het ACEC Café. Wat deze kunstenaars verbindt is dat zij allen met textiel werken, maar op zeer uiteenlopende wijzen. Op initiatief van Ten Lohuis toont INSLAG een unieke kijk op de diverse manieren waarop textiel als medium fungeert. Van wandtapijten en schilderijen met siliconen en borduursels tot schilderijen met olieverf. De expositie INSLAG | textiel in de hoofdrol opent in ACEC op zaterdag 20 mei om 16.00u.
Deelnemend kunstenaars
Peter ten Lohuis (Apeldoorn) schildert delen van het lijf – zonder hoofd en dus zonder gezicht – om tot de essentie van het lichaam te komen.
De doeken waarop hij schildert zijn niet traditioneel wit, maar damast geweven stoffen, doeken met print of onbewerkt linnen. De stoffen die Ten Lohuis gebruikt zijn voor hem zodoende meer dan alleen maar de drager van de verf. Hij wil zowel de stof als de schildering laten zien.
De werken in ACEC zijn geschilderd op een schildersdoek dat hij zelf heeft ontworpen na het winnen van de Van Reekum Cultuurprijs in 2021. Hij vervaardigde dit doek in samenwerking met het Textiellab van het Textielmuseum in Tilburg.
Janpeter Muilwijk (Fontainebleau, 1960) is beeldend kunstenaar te Middelburg. Zijn eerste textiele werk was een Schutsmantel voor het Middeleeuwse heiligenbeeld de Onze Lieve Vrouw in de Sint-Jan in Den Bosch. Muilwijk zag hierin dat de zachtheid van de stoffen de intentie van zijn kunst versterkte. Hij ontwikkelde kort daarop een eerste serie wandtapijten over het paradijs. Naar aanleiding hiervan gaf de Abdijkerk van Middelburg hem de opdracht voor een monumentaal wandtapijt van ruim 11 meter hoog en 3 meter breed, wat door wel 25 vrijwilligers met handborduursel werd verrijkt. In 2019 volgde een nieuwe reeks tapijten, ditmaal over de fluïde overgang tussen leven en dood. In ACEC is een selectie van de wandtapijten van Muilwijk te zien, elk met de hand geborduurd en gevoerd met een paradijspatroon.
Frans Beerens (1960) onderzoekt wat kunst kan ontlenen, of juist toevoegen, aan de fotografie. Hiertoe maakt hij zogeheten ‘stoffelijke fotobeelden’. Dat wat ontbreekt in het platte oppervlak van zijn zwartwit-foto’s, vult hij letterlijk aan met massa in zijn weefsels. Zo vervagen de grenzen tussen de twee kunstvormen en ontstaat een nieuw hybride genre waarin beeldende kunst samenvalt met fotografie.
Arjan van Arendonk (1957) woont en werkt in ‘s-Hertogenbosch. Opvallend aan zijn schilderijen is het gebruik van bedrukte stoffen als ondergrond en een onderscheidend materiaalgebruik. Zo duikt de laatste jaren naast acrylverf ook gekleurde siliconen op in zijn doeken. Daarnaast tref je regelmatig borduurwerk, al dan niet digitaal vervaardigd, aan.
