Twee presentaties over een nieuw ecologisch-economisch model
Bouwhuis heeft wetenschapper Fred van Tonneijck van het kenniscentrum Triple E uitgenodigd een presentatie te houden over het economisch effect van groen op bestaande natuurgebieden.
Relevant daarbij is de vraag welke partijen rondom natuurgebieden belang hebben bij het groen.
Door de geldstromen te achterhalen die verbonden zijn met deze partijen, wordt het vervolgens mogelijk om het effect van natuur op de lokale economie inzichtelijk te maken. Aan de hand van voorbeelden zal hij aantonen wat de economische baten zijn.
Met betrekking tot Apeldoorn zien we dat het groen in de stad ons elke dag een schat aan diensten levert. Het groen bergt water, bevordert de gezondheid en maakt wijken vriendelijker.
Een fraaie, groene stad is aantrekkelijker voor bewoners en bezoekers en dus voor de lokale economie, door waardestijging en vestiging van bedrijven. Als de gemeente al die kwaliteiten en diensten zelf zou moeten verzorgen, zonder de bijdrage van de natuur, zou dat veel extra geld kosten. Tot nu toe houdt de gemeente nauwelijks rekening met de economische betekenis van groen.
Volgens de gangbare financiële analyse instrumenten wordt groen alleen als kosten genoteerd. Dat levert een vertekend beeld op van de werkelijke kosten en baten van een project. Apeldoorn kan daardoor ongemerkt veel geld mislopen.
Inmiddels is er een financiële techniek om ook de ‘verstopte’ baten van groen in de boekhouding te brengen volgens het TEEB rapport (The economics of ecosystems and biodiversity) van de Verenigde Naties van september 2010.
Strategisch adviseur van de openbare ruimte in Apeldoorn, Henk Kuijpers, is onlangs samen met een aantal andere pioniergemeenten gestart met het traject TEEB in de stad.
Henk Kuijpers zal toelichten hoe er gewerkt wordt aan een praktisch rekeninstrument om de baten van groen in de stad Apeldoorn zichtbaar te maken met als doel betere afwegingen te maken, kosten te besparen en effectiever met de schaarse middelen om te gaan.
Bouwhuis hoopt dat deze nieuwe financieringsconstructies voor natuur en landschap een toegevoegde waarde zal geven aan de ruimtelijke ontwikkelingen in de binnen- en buitenstad.