April is the Cruellest Month is de laatste expositie in een op initiatief van kunstenaar Theo Semeijn georganiseerde reeks. In het ACEC Café exposeren naast Semeijn ook René Ellenbroek, Suzanne Kelderman, Ferry Staverman, Peter Geerts en Rudy Lanjouw. April is the Cruellest Month is, naast de exposities Het Volgende en Would you like a cowboy hat silly band in these uncertain times?, te zien van 13 april t/m 19 mei 2024. Op de laatste openingsdag vindt om 16.00u een artist talk plaats.
De titel van de expositie April is the Cruellest Month is een verwijzing naar de bekende beginregel van het gedicht The Waste Land van T.S. Eliot. Het is de laatste expositie in een op initiatief van kunstenaar Theo Semeijn georganiseerde reeks. In April is the cruellest month is daarnaast werk te zien van René Ellenbroek, Suzanne Kelderman, Ferry Staverman, Peter Geerts en Rudy Lanjouw. De opening van de expositie op zaterdag 13 april werd, zoals ook eerder bij deze reeks, opgeluisterd door de Apeldoornse dichter Willem Bierman.
De lente
De eerste regel van T.S. Eliots iconische The Waste Land refereert aan het begin van de lente. Zo sluit de titel op cyclische wijze aan op die van de eerste expositie. Deze heette ‘Le Sacre’, naar Igor Stravinsky’s muziekstuk Le Sacre du Printemps, wat de kracht van de lente verbeeldt.
In de expositiereeks toont organisator Theo Semeijn, naast zijn eigen werk, ook door hem verworven werk van andere Apeldoornse kunstenaars. Hierbij nodigt hij drie Apeldoornse kunstenaars – René Ellenbroek, Suzanne Kelderman en Ferry Staverman – uit als vaste reisgenoten. Zij worden in het ACEC Café vergezeld door Peter Geerts (Zwolle) en Rudy Lanjouw (Assen). Van Lanjouw was niet eerder werk in ACEC te zien.
Deelnemers
Theo Semeijn (Uden, 1949) dankt de kiem van zijn kunstenaarschap aan zijn moeder, die aan de kunstacademie in Amsterdam en Den Haag studeerde. Zelf is hij autodidact. Zijn interesse in het beroep werd gewekt toen hij als jongvolwassene een expositie van Paul Klee bezocht en zo kennismaakte met diens experimentele werkwijze. Inmiddels heeft Semeijn een uniek oeuvre dat zijn eigen creatief proces en onderzoekende ontwikkeling laat zien.
Het werk van Suzanne Kelderman vindt zijn oorsprong in de overvloed aan verpakkingsmateriaal dat we dagelijks overhouden van ons consumptiegedrag. Plastic bakjes, kartonnen doosjes en mallen, alles waar haar oog op valt, kan als uitgangspunt dienen voor nieuwe kunstwerken. Ze verbindt het bestaande materiaal met elkaar en combineert het met traditionele handwerktechnieken, maar ook met klei of pleistergips. Door de afwerking met matte, heldere kleuren wordt het verpakkingsmateriaal getransformeerd in vrolijk ogende sculpturen.
De kartonnen sculpturen van Ferry Staverman zijn vaak gebaseerd op natuurlijke of menselijke vormen. Soms is zijn werk figuratief, soms meer abstract.
Rene Ellenbroek (1962) is een figuratief schilder. Zijn onderwerpkeuze: porno, literatuur, muziek, oorlog. Het meest fascineert hem het menselijk tekort in de schilderkunst.
Rudy Lanjouw (Beilen, 1954) woont en werkt in Assen. Hij is een schilder met een voorliefde voor de lijn, die voornamelijk abstract werkt.
Peter Geerts werkt in een fundamentele schilderstijl, omdat dit hem de mogelijkheid biedt door te dringen tot de essentie van deze waarneming. “Vanuit de concreetheid van het schilderkunstige idioom wil ik komen tot een vormgeving van mijn totale waarnemen waarin alle facetten aan de orde komen: een architectuur van waarneming. Juist in de constante wisselwerking tussen object (de omringende wereld) en subject (ik) manifesteert zich de waarneming.”